Het carpaletunnelsyndroom (CTS) is een veelvoorkomende aandoening van de hand en pols die wordt gekenmerkt door symptomen zoals pijn, gevoelloosheid en tintelingen in de hand en vingers. Deze aandoening treedt op wanneer de middelste zenuw, de nervus medianus genaamd, die door de carpale tunnel van de pols loopt, bekneld raakt. In dit artikel zullen we dieper ingaan op de oorzaken, symptomen, diagnose en behandeling van het carpaletunnelsyndroom.

Anatomie van de carpale tunnel

Om het carpaletunnelsyndroom beter te begrijpen, is het belangrijk om de anatomie van de hand en pols te kennen. De carpale tunnel is een smalle doorgang in de pols, gevormd door de handwortelbeentjes (carpale botten) en een sterke pees genaamd de 'flexor retinaculum'. Binnen deze tunnel bevinden zich naast de nervus medianus ook bloedvaten en pezen.

Oorzaken van het Carpaletunnelsyndroom

Het carpaletunnelsyndroom kan om verschillende redenen ontstaan:

Overbelasting: Herhaalde handbewegingen of langdurige druk op de pols kunnen leiden tot zwelling en irritatie van de weefsels in de carpale tunnel, wat de nervus medianus kan beknellen.

Anatomische factoren: Sommige mensen hebben van nature een kleinere carpale tunnel, wat de kans op compressie van de nervus medianus vergroot.

Trauma: Een verwonding aan de pols, zoals een breuk of verstuiking, kan de anatomie van de carpale tunnel veranderen en de zenuw beknellen.

Hormonale veranderingen: Zwangerschap, menopauze en hormonale aandoeningen kunnen leiden tot vochtretentie en zwelling, waardoor de druk in de carpale tunnel toeneemt.

Medische aandoeningen: Aandoeningen zoals diabetes, reumatoïde artritis en hypothyreoïdie zijn geassocieerd met een verhoogd risico op CTS.

Symptomen van het Carpaletunnelsyndroom

De symptomen van CTS variëren van mild tot ernstig en kunnen aan één of beide handen voorkomen. De meest voorkomende symptomen zijn:

Pijn: Patiënten kunnen pijn ervaren in de handpalm, pols en vingers, vooral 's nachts.

Gevoelloosheid en tintelingen: De hand kan gevoelloos aanvoelen, en er kunnen tintelingen optreden in de duim, wijsvinger, middelvinger en de helft van de ringvinger.

Krachtsverlies: Als CTS onbehandeld blijft, kan het leiden tot zwakte in de handspieren, waardoor het moeilijk wordt om voorwerpen vast te houden of fijne motorische taken uit te voeren.

Verergering bij activiteit: Symptomen kunnen verergeren bij activiteiten die herhaalde polsbewegingen vereisen, zoals typen, breien of het vasthouden van een telefoon.

Diagnose van het Carpaletunnelsyndroom

Een arts kan het carpaletunnelsyndroom diagnosticeren op basis van de medische voorgeschiedenis, lichamelijk onderzoek en aanvullende tests, zoals elektromyografie (EMG) en zenuwgeleidingstests. Deze tests meten de snelheid van zenuwgeleiding en kunnen helpen bij het vaststellen van de ernst van de zenuwcompressie.

Behandelingsopties

De behandeling van het carpaletunnelsyndroom kan variëren, afhankelijk van de ernst van de symptomen. Enkele veelvoorkomende behandelingsmogelijkheden zijn:

Conservatieve behandeling:

• Polsbraces: Het dragen van een polsbrace 's nachts kan helpen om de pols in een neutrale positie te houden en symptomen te verminderen.
• Medicijnen: Niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (NSAID's) kunnen ontstekingen verminderen en pijn verlichten.

Fysiotherapie: Een fysiotherapeut kan oefeningen en technieken aanbevelen om de kracht en flexibiliteit van de hand en pols te verbeteren.

Corticosteroïde-injecties: In sommige gevallen kan een arts corticosteroïde-injecties in de carpale tunnel geven om ontstekingen te verminderen.

Chirurgische ingreep: Als conservatieve behandelingen niet effectief zijn, kan een chirurgische ingreep genaamd een carpaletunnelrelease worden overwogen. Tijdens deze procedure wordt de flexor retinaculum doorgesneden om de druk op de nervus medianus te verlichten.

Preventie

Hoewel CTS niet altijd te voorkomen is, kunnen enkele voorzorgsmaatregelen helpen om het risico te verminderen, zoals:

• Regelmatig pauzeren en polsoefeningen doen tijdens repetitieve handbewegingen.
• Ergonomische aanpassingen aan werkstations om herhaalde polsbewegingen te verminderen.
• Het vermijden van langdurige druk op de pols, bijvoorbeeld tijdens het leunen op de handen.

Het carpaletunnelsyndroom een veelvoorkomende aandoening van de hand en pols die wordt veroorzaakt door compressie van de nervus medianus in de carpale tunnel. Het kan variëren in ernst en leiden tot symptomen zoals pijn, gevoelloosheid en tintelingen. Gelukkig zijn er verschillende behandelingsopties beschikbaar, variërend van conservatieve maatregelen tot chirurgische ingrepen, afhankelijk van de ernst van de aandoening. Het is belangrijk om tijdig medische hulp te zoeken bij vermoedelijke symptomen van CTS om complicaties te voorkomen en een geschikte behandeling te krijgen.