Tussentaal is een term die gebruikt wordt in België om een vorm van informeel gesproken Nederlands aan te duiden. Het wordt ook wel eens 'Belgisch-Nederlands' genoemd. Tussentaal bevindt zich tussen het standaard Nederlands en de dialecten die in verschillende regio's van België worden gesproken.

Tussentaal wordt voornamelijk gesproken in informele situaties, zoals in informele gesprekken tussen vrienden, familieleden of collega's. Het is een mix van standaard Nederlands en regionale dialecten, met invloeden van Franse en Engelse woorden, en specifieke Belgische uitdrukkingen en zinsconstructies.

Hoewel tussentaal niet formeel wordt gebruikt in onderwijs- of zakelijke omgevingen, wordt het wel veelvuldig gebruikt in alledaagse gesprekken. Het heeft een informeel en gezellig karakter en wordt vaak beschouwd als een vorm van taalkundige identiteit die typisch is voor België.

Het gebruik van tussentaal is echter niet onomstreden. Sommige mensen beschouwen het als een afwijking van de standaardtaal en een verarming van het Nederlands, terwijl anderen het zien als een authentieke en levendige vorm van taalgebruik die past bij de Belgische cultuur en identiteit.