Wat is een cycloon?

Een cycloon is een meteorologisch fenomeen dat wordt gekenmerkt door een lagedrukgebied met draaiende winden rondom een centraal punt, ook wel het oog genoemd. Cyclonen kunnen verschillende namen hebben, afhankelijk van de regio waarin ze zich bevinden. In de Noord-Atlantische Oceaan en de Noordoostelijke Stille Oceaan worden ze bijvoorbeeld orkanen genoemd, terwijl ze in de Zuidelijke Stille Oceaan bekend staan als cyclonen en in de Indische Oceaan als tropische cyclonen.

Cyclonen ontstaan boven warme oceanen, meestal in tropische en subtropische gebieden. De warmte en de vochtigheid van het oceaanoppervlak zorgen ervoor dat de lucht stijgt, waardoor lagedrukgebieden ontstaan. De draaiing van de aarde (Corioliseffect) veroorzaakt de draaiende beweging van de winden rondom het centrum van de cycloon.

Cyclonen kunnen extreem krachtig zijn, met windsnelheden die kunnen oplopen tot meer dan 200 kilometer per uur. Ze gaan vaak gepaard met zware regenval, stormvloeden en destructieve golven, waardoor ze aanzienlijke schade aan kustgebieden kunnen veroorzaken. Het oog van de cycloon zelf is echter meestal relatief kalm en helder.

De intensiteit van een cycloon wordt vaak aangegeven op basis van de schaal van Saffir-Simpson, die varieert van categorie 1 (minst krachtig) tot categorie 5 (meest krachtig). Deze classificatie is gebaseerd op de gemeten windsnelheden en de potentiƫle schade die een cycloon kan veroorzaken.

Het monitoren en voorspellen van cyclonen is een belangrijk aspect van meteorologisch onderzoek, omdat het mensen in getroffen gebieden de kans geeft om zich voor te bereiden en mogelijke evacuaties uit te voeren. Meteorologische organisaties over de hele wereld houden de ontwikkeling van cyclonen nauwlettend in de gaten om de veiligheid van de bevolking te waarborgen.