De laatste jaren duikt de term degrowth steeds vaker op in academische studies, beleidsplannen en maatschappelijke discussies. Het woord klinkt misschien nieuw, maar de ideeën erachter bestaan al veel langer. Degrowth betekent letterlijk ontgroei, en verwijst naar een beweging die stelt dat eindeloze economische groei niet houdbaar is in een wereld met beperkte hulpbronnen. Het gaat dus niet om teruggaan naar armoede of het opgeven van comfort, maar wel om het herdenken van hoe we economie, natuur en samenleving organiseren. Dit artikel onderzoekt grondig wat degrowth is, waar het vandaan komt, welke wetenschappelijke onderbouwing er bestaat, hoe het zich verhoudt tot duurzaamheid en klimaatbeleid, en welke kritiekpunten en mogelijkheden er zijn. Zo krijgt u een volledig beeld van deze alternatieve visie op de toekomst.
Oorsprong van het begrip degrowth
Het idee van degrowth ontstond in de jaren 70, toen wetenschappers en filosofen waarschuwden dat oneindige economische groei op een eindige planeet niet mogelijk is. In 1972 verscheen het beroemde rapport Limits to Growth van de Club van Rome. Dat rapport gebruikte computermodellen om te laten zien dat voortdurende groei van productie, consumptie en bevolking zou leiden tot uitputting van grondstoffen en ernstige ecologische problemen. De auteurs stelden dat een andere manier van denken nodig was om toekomstige crisissen te vermijden.
In Frankrijk werd in diezelfde periode de term décroissance geïntroduceerd, wat letterlijk afname of ontgroei betekent. Het werd gebruikt om duidelijk te maken dat minder groei geen achteruitgang hoeft te zijn, maar een bewuste keuze voor een beter evenwicht. Sinds de jaren 2000 is de term opnieuw populair geworden, vooral in academische kringen en sociale bewegingen. Vandaag wordt degrowth gezien als een van de belangrijkste alternatieve stromingen binnen het debat over duurzaamheid en klimaatverandering.
De kern van degrowth
Degrowth stelt dat het streven naar steeds meer economische groei de oorzaak is van veel van de grootste problemen van onze tijd. Denk aan klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, sociale ongelijkheid en burn-outs door overwerk. Het bruto binnenlands product (bbp) is nog steeds de belangrijkste maatstaf voor succes in veel landen, maar volgens voorstanders van degrowth zegt het bbp weinig over welzijn, geluk of de gezondheid van ecosystemen.
In plaats van te focussen op economische groei, pleit degrowth voor een economie die gericht is op welzijn, gelijkheid en ecologische duurzaamheid. Daarbij hoort een herverdeling van rijkdom, minder productie van onnodige goederen en een betere verdeling van arbeid. Het gaat dus om kwaliteit boven kwantiteit. Degrowth ziet de economie als onderdeel van de natuur en niet als een apart systeem dat onbeperkt kan blijven groeien.
Wetenschappelijke basis voor degrowth
Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat de huidige manier van groeien niet vol te houden is. Klimaatwetenschappers wijzen erop dat de uitstoot van broeikasgassen drastisch moet dalen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius, zoals afgesproken in het Akkoord van Parijs. Tegelijk groeit de wereldeconomie nog steeds en neemt het gebruik van fossiele brandstoffen nauwelijks af. Studies tonen aan dat absolute ontkoppeling van groei en milieu-impact bijna onmogelijk is. Dat betekent dat zelfs als de economie efficiënter wordt, de totale schade aan de planeet blijft toenemen zolang we blijven groeien.
Biologen waarschuwen bovendien dat het verlies van biodiversiteit ongekende vormen aanneemt. Volgens het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) sterven wereldwijd miljoenen soorten uit door menselijke activiteiten. Economen zoals Tim Jackson en Giorgos Kallis stellen daarom dat een andere economische logica nodig is, waarin welzijn en ecologische grenzen centraal staan. Degrowth sluit hierbij aan door te benadrukken dat minder materiële consumptie kan leiden tot een betere kwaliteit van leven.
Verschil tussen degrowth en duurzaamheid
Veel mensen verwarren degrowth met duurzame groei of groene groei. Hoewel er overlap bestaat, zijn er duidelijke verschillen. Duurzame groei gaat ervan uit dat economische groei kan samengaan met minder schade voor het milieu, bijvoorbeeld door hernieuwbare energie of circulaire economie. Degrowth daarentegen stelt dat groei zelf het probleem is en dat het onmogelijk is om eindeloos te blijven groeien zonder de aarde te overbelasten.
Groene groei richt zich vaak op technologische oplossingen, zoals efficiëntere productie, elektrische auto’s of CO2-opslag. Degrowth benadrukt juist sociale veranderingen, zoals minder werken, delen van goederen, lokale economieën en minder consumptie. Het draait dus niet alleen om technologie, maar ook om een andere manier van leven en organiseren.
Doelen en principes van degrowth
Voorstanders van degrowth hebben een aantal belangrijke doelen en principes. Deze zijn breed wetenschappelijk onderbouwd en komen terug in manifesten en academische publicaties. De kernprincipes zijn:
- Verminderen van ecologische druk door minder productie en consumptie.
- Herverdelen van rijkdom en middelen zodat iedereen toegang heeft tot basisbehoeften.
- Waarderen van zorg, onderwijs en gemeenschapswerk boven winst en kapitaal.
- Verkorten van de werkweek zodat mensen meer tijd hebben voor familie, cultuur en vrijwilligerswerk.
- Versterken van lokale economieën en gemeenschappen om afhankelijkheid van de wereldmarkt te verminderen.
- Democratiseren van beslissingen, zodat burgers meer invloed hebben op hun leefomgeving.
- Behouden en herstellen van ecosystemen als basis voor welzijn en toekomst.
Deze principes maken duidelijk dat degrowth niet gaat over minder welzijn, maar juist over meer levenskwaliteit op een andere manier.
Degrowth en werk
Een belangrijk onderdeel van het debat over degrowth gaat over werk. In veel landen werken mensen steeds langer, terwijl automatisering en digitalisering juist veel taken kunnen overnemen. Voorstanders van degrowth pleiten voor kortere werkweken en een eerlijkere verdeling van arbeid. Hierdoor zouden meer mensen een baan kunnen hebben en zou de druk op werknemers verminderen. Vrijgekomen tijd kan worden besteed aan vrijwilligerswerk, zorg voor familie of culturele activiteiten. Uit sociologisch onderzoek blijkt dat meer vrije tijd vaak leidt tot meer welzijn en sociale verbondenheid.
Daarnaast kan een focus op werk in de zorg, het onderwijs en duurzame landbouw meer maatschappelijke waarde opleveren dan banen in vervuilende industrieën. Het idee is dus niet om werk af te schaffen, maar om het anders te organiseren en waarderen.
Degrowth en ongelijkheid
Ongelijkheid is een van de centrale thema’s binnen degrowth. Volgens econoom Thomas Piketty is de kloof tussen rijk en arm de afgelopen decennia sterk toegenomen. Degrowth wil dit aanpakken door rijkdom en middelen beter te verdelen. Dat kan bijvoorbeeld door hogere belastingen voor de rijksten, basisinkomens voor iedereen, of door collectieve voorzieningen zoals gratis openbaar vervoer en betaalbare huisvesting. Het idee is dat een samenleving niet rechtvaardig kan zijn als sommige mensen extreme rijkdom hebben terwijl anderen moeite hebben om rond te komen.
Studies tonen aan dat samenlevingen met minder ongelijkheid vaak gezonder en gelukkiger zijn. Mensen ervaren minder stress en meer vertrouwen in elkaar. Degrowth ziet daarom herverdeling als een noodzakelijke stap naar een betere samenleving.
Degrowth en technologie
Sommigen denken dat degrowth technologie afwijst, maar dat is niet het geval. Voorstanders zien technologie als nuttig, maar niet als wondermiddel. Technologie kan helpen om minder energie te gebruiken of grondstoffen te recycleren, maar zonder verandering in consumptie en productie blijft de totale druk op de aarde te hoog. Degrowth wil technologie inzetten op een manier die echt bijdraagt aan welzijn en duurzaamheid. Denk aan hernieuwbare energie, open-source software, fietsen in plaats van auto’s, of lokale voedselproductie met slimme technieken.
Het verschil met groene groei is dat degrowth technologie ziet als middel en niet als doel. Het belangrijkste is altijd of een technologie past binnen ecologische grenzen en bijdraagt aan gelijkheid.
Voorbeelden van degrowth in de praktijk
Hoewel degrowth vaak theoretisch klinkt, zijn er in de praktijk al veel voorbeelden. In verschillende steden ontstaan initiatieven die passen binnen de filosofie van degrowth. Denk aan stadslandbouw, deelbibliotheken, repair cafés, coöperatieve energieprojecten en autodelen. Ook bewegingen zoals minimalisme en slow living sluiten aan bij dezelfde ideeën.
In Barcelona is een burgerplatform actief dat werkt aan een degrowth-geïnspireerd stadsplan, met meer ruimte voor fietsen, minder auto’s en meer lokale handel. In Duitsland en Oostenrijk bestaan tal van coöperaties die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen en die eigendom zijn van de gemeenschap. In Nederland en België zijn er steeds meer voedselcollectieven die boeren en consumenten rechtstreeks verbinden zonder tussenhandel. Al deze voorbeelden laten zien dat degrowth niet enkel een academisch concept is, maar ook een bron van inspiratie voor concrete verandering.
Kritiek op degrowth
Zoals elke beweging heeft ook degrowth kritiek te verduren. Een veelgehoord argument is dat degrowth economisch schadelijk zou zijn. Critici vrezen dat minder groei leidt tot hogere werkloosheid, minder investeringen en minder innovatie. Voorstanders antwoorden dat het huidige groeimodel al schadelijk is en dat de kosten van klimaatverandering en ecologische crisis veel hoger zullen zijn. Bovendien benadrukken ze dat degrowth niet gaat over krimp zonder plan, maar over een gecontroleerde transitie naar een andere economie.
Een ander kritiekpunt is dat degrowth te vaag is en moeilijk in beleid om te zetten. Sommige economen vinden het concept te idealistisch en vragen zich af hoe het in de praktijk werkt in een geglobaliseerde wereld. Toch groeit het aantal studies en beleidsvoorstellen die concrete invullingen bieden, zoals verkorte werkweken, progressieve belastingen en investeringen in zorg en onderwijs. Degrowth is dus niet alleen een slogan, maar steeds meer een uitgewerkte visie.
Relatie met klimaatverandering
Degrowth heeft een duidelijke relatie met het debat over klimaatverandering. Het huidige groeimodel stoot meer broeikasgassen uit dan de aarde kan absorberen. Volgens het IPCC moeten de wereldwijde emissies snel en drastisch omlaag. Degrowth stelt dat dit niet haalbaar is zolang landen blijven streven naar bbp-groei. Zelfs met hernieuwbare energie en technologische innovaties blijft de totale vraag naar energie stijgen als de economie blijft groeien. Daarom ziet degrowth een afbouw van groei als noodzakelijk om klimaatdoelen te halen.
Studies tonen aan dat landen die meer inzetten op welzijn in plaats van bbp vaak betere klimaatprestaties leveren. Scandinavische landen combineren bijvoorbeeld sterke sociale voorzieningen met een relatief lage ecologische voetafdruk per inwoner, al is er ook daar nog veel ruimte voor verbetering.
Psychologisch en sociaal perspectief
Naast economische en ecologische argumenten zijn er ook psychologische en sociale redenen om degrowth te overwegen. Onderzoek naar geluk laat zien dat meer consumptie niet altijd leidt tot meer tevredenheid. In rijke landen is er vaak een verzadigingspunt, waarna extra inkomen nauwelijks bijdraagt aan geluk. Integendeel, meer werken en meer consumeren kan leiden tot stress, vervreemding en sociale isolatie. Degrowth biedt een alternatief waarbij welzijn, verbondenheid en vrije tijd centraal staan.
Culturen die waarde hechten aan samenwerking, gemeenschapszin en natuurbehoud scoren vaak hoog op welzijnsmetingen, ook zonder extreem hoge inkomens. Dit wijst erop dat andere waarden dan groei belangrijk zijn voor een goed leven.
Beleidsvoorstellen binnen degrowth
In academische en maatschappelijke debatten worden verschillende beleidsvoorstellen gelinkt aan degrowth. Voorbeelden zijn:
- Verkorten van de werkweek naar 30 of zelfs 25 uur.
- Invoeren van een basisinkomen om bestaanszekerheid te garanderen.
- Progressieve belastingen op rijkdom en consumptie van luxeproducten.
- Investeren in openbaar vervoer en fietsinfrastructuur.
- Stopzetten van subsidies voor fossiele brandstoffen.
- Beperken van reclame die consumptie stimuleert.
- Ondersteunen van lokale voedsel- en energie-initiatieven.
Deze voorstellen zijn bedoeld om stap voor stap een samenleving te creëren die minder afhankelijk is van groei, maar waarin welzijn en duurzaamheid centraal staan.
Degrowth in de academische wereld
In de afgelopen twintig jaar is degrowth uitgegroeid tot een volwaardig onderzoeksveld. Wetenschappers uit de economie, sociologie, ecologie en politicologie bestuderen de mogelijkheden en gevolgen van ontgroei. Er zijn internationale conferenties en academische tijdschriften die specifiek over dit thema gaan. Bekende auteurs zijn onder meer Serge Latouche, Giorgos Kallis en Jason Hickel. Hun werk wordt veel geciteerd en gebruikt in beleidsdiscussies. Het toont aan dat degrowth niet alleen een activistische slogan is, maar een serieus onderwerp in de wetenschap.
Toekomstperspectief van degrowth
De vraag is of degrowth ooit mainstream beleid kan worden. Voorstanders wijzen erop dat crises zoals klimaatverandering, pandemieën en economische instabiliteit laten zien dat het huidige systeem kwetsbaar is. Degrowth kan dan een kompas bieden voor een veerkrachtige samenleving. Tegelijk is de weerstand groot, omdat veel regeringen, bedrijven en burgers gewend zijn geraakt aan groei als vanzelfsprekend doel. De toekomst zal waarschijnlijk een mengvorm laten zien, waarbij sommige regio’s meer degrowth-principes toepassen en andere vasthouden aan groei.
Conclusie
Degrowth is meer dan een modieus woord. Het is een diepgaande kritiek op het idee dat eindeloze economische groei mogelijk en wenselijk is. De beweging stelt voor om welzijn, gelijkheid en ecologische duurzaamheid centraal te zetten in plaats van het bbp. Wetenschappelijke studies tonen aan dat absolute ontkoppeling van groei en milieu-impact zeer onwaarschijnlijk is, waardoor degrowth een serieus alternatief biedt. Hoewel er kritiek is en praktische uitdagingen, groeit de belangstelling in academische en maatschappelijke kringen. Voorbeelden in steden en gemeenschappen laten zien dat degrowth ook in de praktijk mogelijk is. Het gaat om een nieuwe manier van denken, waarin de economie wordt gezien als onderdeel van de natuur en waarin kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Degrowth kan zo bijdragen aan een leefbare planeet en een betere samenleving.

consument



