Mucoviscidose, ook wel cystische fibrose of kortweg muco genoemd, is een ernstige erfelijke ziekte die vooral longen en spijsvertering aantast. Het is een aangeboren aandoening, dus je wordt ermee geboren en je houdt ze je hele leven. De ziekte komt vooral voor bij mensen van Europese afkomst en is de meest voorkomende ernstige erfelijke ziekte in deze bevolkingsgroep. In België wordt mucoviscidose geschat op ongeveer 1 op 2800 levendgeborenen.
Bij mucoviscidose is er een fout in één bepaald gen, het CFTR gen. Dat gen stuurt de bouw van een eiwit dat belangrijk is voor het vervoer van zout en water door de celwand. Als dat eiwit niet goed werkt, worden slijmen in het lichaam dik en taai. Dat taaie slijm hoopt zich op in de luchtwegen, in de alvleesklier, in de darmen, in de lever en in de zaadleiders bij mannen. Daardoor ontstaan klachten zoals chronische hoest, longinfecties, buikpijn, slechte vertering en vruchtbaarheidsproblemen.
Mucoviscidose is zeldzaam, maar niet uitzonderlijk. In België worden elk jaar tientallen nieuwe kinderen met muco gediagnosticeerd. Dankzij betere zorg en nieuwe behandelingen worden mensen met muco vandaag veel ouder dan vroeger. Waar mucoviscidose vroeger vaak een dodelijke kinderziekte was, zien we nu dat de meerderheid van de mensen met muco volwassen wordt en een actief leven probeert te leiden.
Hoe werkt het CFTR eiwit normaal
Om mucoviscidose te begrijpen, is het handig om kort te kijken naar wat er in een gezond lichaam gebeurt.
In veel cellen van ons lichaam zit een klein kanaaltje in de celwand. Dat kanaaltje heet het CFTR eiwit. Het is een soort poortje dat chlorideionen, een soort zoutdeeltje, naar binnen en naar buiten laat. Waar zout gaat, volgt water.
Bij een gezond CFTR eiwit gebeurt ongeveer dit:
- chlorideionen worden op een gecontroleerde manier door de celwand geleid
- water volgt het zout, zodat er voldoende vocht is aan de buitenkant van de cel
- op die manier blijft slijm dun en goed vloeibaar
Dun en vloeibaar slijm is nuttig. In de luchtwegen zorgt het ervoor dat stof, bacteriën en virussen kunnen worden afgevoerd door de trilhaartjes. In de darmen en alvleesklier helpt slijm om verteringssappen te vervoeren. In het voortplantingsstelsel zorgt het voor een goede doorgang van zaadcellen.
Wat gaat er fout bij mucoviscidose
Bij mucoviscidose is het CFTR gen beschadigd. Daardoor wordt het CFTR eiwit niet of slecht aangemaakt. Soms zit het eiwit niet op de juiste plaats in de celwand. Soms opent het poortje niet goed. Soms wordt het eiwit helemaal niet geproduceerd. Meer dan 2000 verschillende mutaties in het CFTR gen zijn beschreven.
Door die fout in het eiwit ontstaan een aantal problemen:
- chloride kan niet goed door de celwand
- natrium en water volgen niet normaal
- er blijft te weinig water achter in het slijm
- het slijm wordt dik, taai en kleverig
Dit taaie slijm verstopt buisjes en kanalen in het lichaam. In de longen blijven bacteriën hangen en ontstaan er herhaalde infecties. In de alvleesklier geraken verteringsenzymen niet tot in de dunne darm. In de darmen zelf verloopt de passage van de stoelgang moeilijk. In de zweetklieren wordt het zouttransport ook verstoord, daardoor is het zweet van mensen met muco opvallend zout.
Erfelijkheid van mucoviscidose
Mucoviscidose is een autosomaal recessieve erfelijke ziekte. Dat klinkt ingewikkeld, maar we kunnen het eenvoudig uitleggen.
Autosomaal betekent dat het gen niet op een geslachtschromosoom ligt, maar op een gewoon chromosoom. Zowel jongens als meisjes kunnen muco hebben. Recessief betekent dat je twee foutjes in het gen nodig hebt om de ziekte te krijgen, één foutje van de moeder en één foutje van de vader.
De situatie is meestal zo:
- beide ouders zijn drager van een fout in het CFTR gen, maar ze zijn zelf niet ziek
- bij elke zwangerschap is er
- 25 procent kans op een kind met mucoviscidose
- 50 procent kans op een kind dat drager is maar niet ziek
- 25 procent kans op een kind zonder fout in het gen
In België schat men dat mucoviscidose voorkomt bij ongeveer 1 op 2800 levendgeborenen. De dragers komen dus veel vaker voor in de bevolking dan de mensen die echt muco hebben.
Omdat het om een erfelijke aandoening gaat, is genetische counseling belangrijk. Koppels die weten dat muco in de familie voorkomt, kunnen advies en informatie krijgen over erfelijkheid, dragerschap en mogelijke zwangerschapsopties zoals prenatale diagnostiek of pre-implantatie genetische diagnostiek.
Belangrijkste klachten en symptomen
Mucoviscidose is een multisysteemziekte. Dat betekent dat verschillende organen tegelijk aangetast kunnen zijn. Niet iedereen heeft precies dezelfde klachten. Het beeld kan mild of ernstig zijn en verschilt van persoon tot persoon. Toch zien we een aantal typische patronen.
Longen en luchtwegen
De longen zijn vaak het zwaarst getroffen. Het taaie slijm blijft in de luchtwegen plakken. Trilhaartjes kunnen het slijm niet goed naar boven bewegen. Daardoor blijven bacteriën vastzitten en ontstaan er terugkerende infecties.
Typische klachten zijn:
- chronische of terugkerende hoest, vaak met slijm
- piepende ademhaling
- kortademigheid bij inspanning
- longontstekingen die vaak terugkomen
- bronchiectasieën, dat zijn blijvende verwijdingen van de luchtwegen door chronische schade
Na jaren van ontsteking ontstaat littekenweefsel in de longen. Dat noemen we longfibrose. De longfunctie gaat dan stap voor stap achteruit. Zonder goede behandeling kan uiteindelijk ademhalingsfalen ontstaan.
Spijsvertering en voeding
Het taaie slijm verstopt ook de afvoerkanaaltjes van de alvleesklier. De verteringsenzymen geraken daardoor niet of te weinig in de dunne darm. Dit heet exocriene pancreasinsufficiëntie.
Gevolgen zijn onder andere:
- vettige, volumineuze, stinkende stoelgang
- diarree of schommelende stoelgang
- buikkrampen en opgeblazen gevoel
- moeilijk bijkomen in gewicht
- groeiachterstand bij kinderen
Doordat vetten niet goed verteerd worden, is er een tekort aan vetoplosbare vitaminen zoals vitamine A, D, E en K. Dat kan weer extra klachten geven, zoals botontkalking en bloedingsneiging.
Bij een deel van de mensen met muco raakt de alvleesklier op een andere manier aangetast en ontstaat er diabetes, specifiek muco gerelateerde diabetes. Die lijkt op type 1 en type 2 diabetes, maar heeft een eigen mechanisme.
Lever en darmen
Dik gal- en darmslijm kan ook problemen geven:
- verstopping en buikpijn, soms zelfs darmafsluiting bij baby’s
- leverproblemen door verstoorde galafvoer
- verhoogd risico op galstenen
Zweetklieren
Bij mensen met muco is het zweet opvallend zout. Ouders beschrijven soms dat de huid van het kind zout smaakt als ze het kussen. Dit hangt samen met het verstoorde transport van zout en water in de zweetklieren. Dit kenmerk is zo typisch dat de zweettest nog altijd een belangrijke onderzoeksmethode is.
Vruchtbaarheid
Mucoviscidose beïnvloedt ook de vruchtbaarheid. Bij de meeste mannen met muco zijn de zaadleiders al vanaf de geboorte niet goed aangelegd of afgesloten. Daardoor is natuurlijke bevruchting meestal niet mogelijk, hoewel er wel zaadcellen in de teelballen aanwezig zijn.
Bij vrouwen kan dik cervixslijm de doorgang van zaadcellen bemoeilijken. Bovendien spelen algemene factoren mee, zoals voedingstoestand en longfunctie. Dankzij voortplantingstechnieken, zoals IVF en ICSI, is zwangerschap voor veel mensen met muco toch mogelijk, mits een goede medische begeleiding.
Diagnose: hoe wordt mucoviscidose vastgesteld
De diagnose van mucoviscidose steunt op het geheel van klachten, onderzoeken en genetische tests.
In België en Vlaanderen speelt de neonatale screening een grote rol. Sinds 1 januari 2019 maakt muco deel uit van het bevolkingsonderzoek bij pasgeborenen. Bij de hielprik wordt een stof gemeten die IRT heet. Bij verhoogde waarden volgt vaak een bijkomend DNA onderzoek en zo nodig verdere tests in een gespecialiseerd centrum.
Toch blijft ook de klassieke diagnostiek belangrijk, want niet alle patiënten worden via screening opgespoord.
Belangrijke stappen in de diagnose zijn:
- klinische klachten die passen bij muco, zoals chronische hoest, slechte groei, vettige stoelgang of familiaal voorkomen
- zweettest, waarbij men het zoutgehalte in het zweet meet
- genetisch onderzoek van het CFTR gen om mutaties op te sporen
- bijkomende onderzoeken zoals longfunctietests, beeldvorming van de longen, echografie van de buik en onderzoek van de stoelgang
Een definitieve diagnose wordt meestal gesteld in een erkend mucocentrum of referentiecentrum, bijvoorbeeld in universitaire ziekenhuizen zoals UZ Leuven of UZ Brussel.
Mucoviscidose in België en Vlaanderen
In België worden alle mensen met muco opgevolgd via het Belgisch Mucoviscidoseregister. Dat register verzamelt gegevens uit de verschillende erkende mucocentra. Op die manier krijgt men een goed beeld van aantallen, behandeling en evolutie.
Enkele belangrijke punten voor de Belgische context:
- mucoviscidose komt voor bij ongeveer 1 op 2800 levendgeborenen
- sinds de invoering van de neonatale screening worden bijna 80 procent van de nieuwe diagnoses gesteld via die screening
- meer dan 90 procent van de patiënten weet nu al op jonge leeftijd dat ze muco hebben, wat een vroege start van de behandeling mogelijk maakt
In Vlaanderen wordt de screening georganiseerd als onderdeel van het bredere programma voor aangeboren aandoeningen. Ouders worden geïnformeerd en kunnen meestal kosteloos deelnemen. In Brussel en Wallonië bestaan gelijkaardige programma’s, wel met enkele organisatorische verschillen.
Daarnaast bestaat in België de Mucovereniging, die patiënten en hun familie ondersteunt, informatiemateriaal aanbiedt, lotgenotencontact organiseert en ook beleidswerk en fondsenwerving doet voor onderzoek.
Behandeling van mucoviscidose: de klassieke aanpak
Mucoviscidose genezen is op dit moment nog niet mogelijk. De behandeling is gericht op het afremmen van de ziekte, het voorkomen van complicaties en het verbeteren van de levenskwaliteit. Dit gebeurt in multidisciplinaire teams, met onder andere longartsen, pediaters, diëtisten, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers.
Enkele belangrijke pijlers van de behandeling zijn:
- luchtwegklaring
- dagelijkse ademhalingskinesitherapie om slijm los te maken en op te hoesten
- technieken zoals autogene drainage of PEP maskers
- soms gebruik van apparaten die trillingen geven op de borstkas
- geneesmiddelen voor de longen
- verneveling met zoutoplossingen of slijmverdunners
- inhalatie van luchtwegverwijders
- inhalatie of orale antibiotica bij infecties
- langdurige onderhoudsantibiotica bij chronische bacteriële infecties
- voeding en spijsvertering
- vervanging van verteringsenzymen in capsulevorm bij elke maaltijd
- energierijke en eiwitrijke voeding
- extra zout en vetoplosbare vitaminen
- soms sondevoeding, bijvoorbeeld via een PEG sonde, om de calorie inname te verhogen
- behandeling van complicaties
- zuurstoftherapie bij gevorderde longziekte
- behandeling van muco gerelateerde diabetes met insuline
- behandeling van leverziekte met specifieke medicatie
In het verleden lag de nadruk vooral op deze symptoomgerichte behandeling. Die blijft ook nu nog essentieel, zelfs bij patiënten die nieuwe geneesmiddelen krijgen.
De revolutie van CFTR modulatoren
Een grote doorbraak in de behandeling van mucoviscidose kwam er met de ontwikkeling van CFTR modulatoren. Dat zijn geneesmiddelen die niet alleen de symptomen aanpakken, maar inwerken op het defecte CFTR eiwit zelf. Ze proberen de oorzaak van het probleem te corrigeren.
Er bestaan verschillende groepen:
- potentiatoren, zoals ivacaftor, helpen het CFTR kanaaltje beter openen
- correctoren, zoals lumacaftor, tezacaftor en elexacaftor, helpen het verkeerd gevouwen eiwit naar de celwand brengen
combinaties van deze middelen, zoals de triple therapie met elexacaftor, tezacaftor en ivacaftor, werken op meerdere stappen tegelijk
Studies tonen aan dat deze CFTR modulatoren bij geschikte patiënten:
- de longfunctie duidelijk verbeteren
- het aantal longopstoten verminderen
- de voedingstoestand verbeteren
- de kwaliteit van leven sterk doen toenemen
- de nood aan longtransplantatie en hospitalisaties doen dalen
Vooral de triple therapie met elexacaftor, tezacaftor en ivacaftor, vaak bekend onder de merknaam Trikafta in sommige landen, wordt gezien als een echte gamechanger. Modellen laten zien dat de te verwachten levensduur voor bepaalde groepen patiënten hierdoor tientallen jaren kan toenemen.
Belangrijk is wel dat deze middelen niet voor alle mutaties geschikt zijn. Ze werken vooral bij mensen met specifieke CFTR mutaties, zoals de vaak voorkomende F508del mutatie. Daarom is genetische karakterisering van de patiënt noodzakelijk om te zien of een CFTR modulator mogelijk effect kan hebben.
Ook zijn deze geneesmiddelen duur en is de terugbetaling afhankelijk van beslissingen per land. In België is de toegang de laatste jaren uitgebreid, maar blijft het een belangrijk gezondheidseconomisch en ethisch debat.
Prognose en levensverwachting
De vooruitzichten voor mensen met mucoviscidose zijn de laatste decennia sterk verbeterd. In de jaren 50 haalden veel kinderen met muco hun lagere schoolleeftijd niet. Vandaag haalt een groeiende groep de volwassen leeftijd, sticht een gezin en is actief op de arbeidsmarkt.
De belangrijkste redenen voor die betere prognose zijn:
- vroege diagnose via neonatale screening
- gespecialiseerde zorg in mucocentra
- betere antibiotica en intensieve behandeling van longinfecties
- betere voeding en enzymvervanging
- komst van CFTR modulatoren
Modellen uit recente studies schatten dat de mediane te verwachten overleving voor bepaalde groepen patiënten die triple therapie krijgen, kan stijgen tot meer dan 70 jaar, vergeleken met veel lagere waarden in het pre modulator tijdperk.
Toch blijft mucoviscidose een ernstige, progressieve en levensverkortende ziekte. Niet alle patiënten komen in aanmerking voor modulatoren. Sommige hebben al vergevorderde longschade. Anderen hebben zeldzame mutaties waarvoor nog geen gerichte therapie bestaat. Voor hen blijven klassieke behandelingen, soms aangevuld met longtransplantatie, de belangrijkste optie.
Leven met mucoviscidose
Leven met muco vraagt veel dagelijkse inzet. De behandeling neemt vaak meerdere uren per dag in beslag. Dat kan een grote impact hebben op school, werk en sociale activiteiten.
Belangrijke uitdagingen in het dagelijks leven zijn onder meer:
- therapietrouw, want medicatie en kinesitherapie vragen regelmaat en discipline
- het combineren van intensieve zorg met school of werk
- omgaan met vermoeidheid en terugkerende hospitalisaties
- omgaan met onzekerheid over de toekomst
- het plannen van studiekeuze, beroep, gezin en kinderwens
Daarom is psychosociale ondersteuning een vaste pijler van de zorg. Psychologen, maatschappelijk werkers en lotgenotengroepen spelen een grote rol. In België organiseert de Mucovereniging bijvoorbeeld ontmoetingsmomenten, infosessies en vakantieactiviteiten op maat.
Ook school en werkgever spelen een rol. Met goede afspraken over rustpauzes, thuiswerk, hygiëne en bescherming tegen infecties kan iemand met muco vaak beter participeren. In een stedelijke context als Brussel, Antwerpen of Gent vraagt dat soms extra aandacht, omdat druk openbaar vervoer en dichte bebouwing ook meer infectierisico kunnen betekenen.
Mucoviscidose, zwangerschap en gezinsplanning
Steeds meer mensen met muco bereiken de volwassen leeftijd en denken na over gezinsvorming. Dat roept medische, praktische en emotionele vragen op.
Belangrijke thema’s zijn:
- vruchtbaarheid en de mogelijkheden van IVF of ICSI
- risico op overdracht van muco naar de kinderen
- impact van zwangerschap op de gezondheid van de ouder met muco
- verdeling van zorgtaken en opvang bij ziekte of hospitalisatie
Genetische counseling is hier erg belangrijk. Partners krijgen uitleg over dragerschap, risico’s en mogelijke onderzoeken tijdens of vóór de zwangerschap. CFTR mutatieanalyse bij de partner kan duidelijk maken of er een verhoogd risico bestaat op een kind met muco.
Zwangerschap bij vrouwen met muco is vaak mogelijk, zeker als de longfunctie redelijk goed blijft en de voedingstoestand stabiel is. Het vraagt wel een nauwe samenwerking tussen muco team, gynaecoloog en eventueel diabetes team.
Toekomst van onderzoek: gene therapy en nieuwe behandelingen
De komst van CFTR modulatoren heeft al een revolutie veroorzaakt, maar het onderzoek stopt niet. Wetenschappers werken aan verschillende nieuwe strategieën:
- nog betere modulatoren, die werken bij meer mutaties en ook bij jongere kinderen
- combinatie van modulatoren met andere medicijnen die ontsteking en infectie beter controleren
- gentherapie, waarbij men probeert een gezond CFTR gen in de cellen van de luchtwegen te brengen
- genetische editing technieken zoals CRISPR, die in de toekomst misschien het foutieve gen rechtstreeks kunnen herstellen
Veel van deze technieken zitten nog in de onderzoeksfase. Toch geven ze hoop dat mucoviscidose in de toekomst mogelijk nog beter en misschien ooit oorzakelijk behandeld kan worden.
Ook op het vlak van organisatie van zorg zijn er evoluties. Telemonitoring, digitale longfunctietesten en videoconsulten maken het mogelijk om patiënten thuis beter op te volgen, wat bijvoorbeeld in een land als België met regionale verschillen tussen steden en landelijke gebieden extra waarde kan hebben.
De essentie
Mucoviscidose is een ernstige, erfelijke ziekte die ontstaat door een fout in het CFTR gen. Daardoor werkt een belangrijk zout en waterkanaaltje in de celwand niet goed. Het gevolg is dik en taai slijm dat organen verstopt, vooral in de longen en in het spijsverteringsstelsel.
De ziekte erft autosomaal recessief over, wat betekent dat je twee foutjes in het gen moet erven, één van elke ouder, om ziek te worden. In België komt muco voor bij ongeveer 1 op 2800 geboortes en worden de meeste nieuwe gevallen vroeg ontdekt via neonatale screening.
De klachten zijn veelzijdig en kunnen verschillen van persoon tot persoon. Toch zijn er enkele typische kenmerken zoals chronische hoest, longinfecties, moeilijk bijkomen in gewicht, vettige stoelgang, zout zweet en bij veel mannen onvruchtbaarheid. De diagnose wordt gesteld met een combinatie van klinische gegevens, een zweettest en genetisch onderzoek.
De behandeling is intensief en bestaat uit luchtwegklaring, antibiotica, enzymvervanging, aangepaste voeding en behandeling van complicaties. De laatste jaren zijn CFTR modulatoren een echte doorbraak. Deze geneesmiddelen pakken het defecte eiwit zelf aan en verbeteren longfunctie, voedingstoestand en levenskwaliteit bij veel patiënten met de juiste mutaties.
Toch blijft mucoviscidose een chronische en levensverkortende aandoening. Vroege diagnose, gespecialiseerde zorg in mucocentra en toegang tot moderne therapieën maken een groot verschil. In België spelen de neonatale screening, de mucocentra en organisaties zoals de Mucovereniging een belangrijke rol in de begeleiding van patiënten en hun familie.
Wie in Vlaanderen, Brussel of elders in België met mucoviscidose te maken krijgt, kan vandaag rekenen op steeds betere medische zorg en op een groeiend netwerk van ondersteuning. Tegelijk blijft verder onderzoek cruciaal, zodat de vooruitgang van de laatste decennia kan worden voortgezet en nog meer mensen met muco uitzicht krijgen op een lang en zo gezond mogelijk leven.

aandoeningen














